Voor uw veiligheid
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige
gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS
Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou
kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te besturen. De
verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze telefoons kunnen onderhevig zijn aan storing. Dit kan de werking van de telefoon negatief
beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN ZIEKENHUIZEN
Houd u aan alle bepalingen en regels. Schakel de telefoon uit in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN VLIEGTUIGEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Draadloze apparatuur kan storingen veroorzaken in
vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET TANKEN
Gebruik de telefoon niet in een benzinestation. Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van brandstof of
chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik de telefoon niet waar explosieven worden gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de normale positie zoals in de productdocumentatie wordt uitgelegd. Raak de
antenne niet onnodig aan.
10
Copyright
© 2006 Nokia. All rights reserved.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan.
WATERBESTENDIGHEID
De telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
BACK-UPS
Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding van het desbetreffende
apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN
Controleer of de telefoon ingeschakeld en operationeel is. Druk zo vaak als nodig is op de toets Einde om het
scherm leeg te maken en terug te keren naar het startscherm. Toets het alarmnummer in en druk op de beltoets.
Geef op waar u zich bevindt. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.
■ Informatie over uw apparaat
Het draadloze apparaat zoals beschreven in deze handleiding is goedgekeurd voor gebruik op EGSM 850-, 900-, 1800- en
1900-netwerken. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan de geldende wetgeving en de regelgeving ten aanzien van de
privacy en wettelijke rechten van anderen.
Houd u, wanneer u beelden of video-opnamen maakt of gebruikt, aan alle regelgeving en eerbiedig de lokale gewoonten,
privacy en legitieme rechten van anderen.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat dan de wekker wilt gebruiken, moet de telefoon zijn
ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik van mobiele telefoons storingen of gevaar kan
veroorzaken.
11
Copyright
© 2006 Nokia. All rights reserved.
■ Netwerkdiensten
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder van draadloze diensten. Veel van de functies
van dit apparaat zijn afhankelijk van de functies die beschikbaar zijn in het draadloze netwerk. Deze netwerkdiensten zijn
mogelijk niet in alle netwerken beschikbaar. Het kan ook zijn dat u specifieke regelingen moet treffen met uw serviceprovider
voordat u de netwerkdiensten kunt gebruiken. Mogelijk krijgt u van uw serviceprovider extra instructies voor het gebruik van
de diensten en informatie over de bijbehorende kosten. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik van
netwerkdiensten kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor bepaalde taalafhankelijke
tekens en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider heeft verzocht bepaalde functies in uw apparaat uit te schakelen of niet te activeren. In
dat geval worden deze functies niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat kan ook speciaal
geconfigureerd zijn. Deze configuratie kan menunamen, de menuvolgorde en pictogrammen betreffen. Neem voor meer
informatie contact op met uw serviceprovider.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IP-protocollen. Voor de technologie van
sommige functies van deze telefoon, zoals MMS (Multimedia Messaging Service), browsen, e-mailen, chatten,
synchroniseren op afstand en het downloaden van content via een browser of MMS, is netwerkondersteuning nodig.
■ Gedeeld geheugen
De volgende functies in dit apparaat maken mogelijk gebruik van gedeeld geheugen: de galerij, contacten, tekst-, chat- en
MMS-berichten, e-mail, agenda, takenlijstnotities en Java
TM
-spelletjes en -toepassingen. Door het gebruik van een of meer
van deze functies is er mogelijk minder geheugen beschikbaar voor de overige functies die geheugen delen. Als u
bijvoorbeeld veel Java
-toepassingen opslaat, kan al het beschikbare geheugen worden gebruikt. Het is mogelijk dat op uw
apparaat een bericht wordt weergeven dat het geheugen vol is, wanneer u een functie probeert te gebruiken die gedeeld
geheugen gebruikt. Verwijder in dit geval voordat u doorgaat een gedeelte van de informatie of registraties die in het
gedeelde geheugen zijn opgeslagen. Aan sommige functies, zoals tekstberichten, is mogelijk afzonderlijk een bepaalde
hoeveelheid geheugen toegewezen naast het geheugen dat met andere functies wordt gedeeld.
12
Copyright
© 2006 Nokia. All rights reserved.
■ Toebehoren
Enkele praktische regels voor accessoires en toebehoren.
•
Houd alle accessoires en toebehoren buiten het bereik van kleine kinderen.
•
Als u de elektriciteitskabel van een accessoire of toebehoren losmaakt, pak dan de stekker vast en trek aan de stekker,
niet aan het snoer.
•
Controleer regelmatig of eventuele toebehoren die in een auto zijn geïnstalleerd nog steeds goed bevestigd zitten en
naar behoren werken.
•
De montage van ingewikkelde autotoebehoren moet alleen door bevoegd personeel worden uitgevoerd.
13
Copyright
© 2006 Nokia. All rights reserved.