■ Bellen
Selecteer
Menu
>
Instellingen
>
Oproepen
en een van de volgende opties:
Doorschakelen
— om inkomende oproepen door te schakelen (netwerkdienst). De functies voor het
doorschakelen en blokkeren van oproepen kunnen niet tegelijkertijd actief zijn. Zie
Oproepen blokkeren
in
Beveiliging
op pagina
83
.
Opnemen met willekeurige toets
>
Aan
— om een inkomende oproep te beantwoorden door kort op een
willekeurige toets te drukken, met uitzondering van de linker- en rechterselectietoets, volumetoets,
cameratoets en de toets Einde.
Beantwoorden bij openen telefoon
>
Aan
— om een oproep te beantwoorden door de telefoon te openen. Als de
instelling is uitgeschakeld, moet u na het openen van de telefoon de beltoets indrukken.
Automatisch opnieuw kiezen
>
Aan
— om maximaal tien pogingen te doen om de verbinding tot stand te
brengen na een mislukte oproeppoging.
80
Copyright
© 2006 Nokia. All rights reserved.
Snelkeuze
>
Aan
en de namen en telefoonnummers die aan de sneltoetsen zijn toegewezen, 2 tot en met 9. Als
u een nummer wilt kiezen, houdt u de bijbehorende cijfertoets ingedrukt.
Wachtfunctieopties
>
Activeer
om het netwerk een melding te laten genereren als er een nieuwe oproep
binnenkomt terwijl u een gesprek voert (netwerkdienst). Zie
Wachtfunctie
op pagina
32
.
Samenvatting na oproep
>
Aan
— om de telefoon na elk gesprek kort de duur en de kosten van het gesprek te
laten weergeven (netwerkdienst).
Identificatie verzenden
>
Ja
— om in te stellen dat uw telefoonnummer wordt weergegeven voor degene naar
wie u belt (netwerkdienst). Selecteer
Netwerkinstelling
als u de instelling wilt gebruiken die u bent
overeengekomen met uw netwerkoperator.